LEON CHARLES FOULON EN LEONARD DEVENYNS
Dit verhaal begon enkele maanden geleden. Het waren de dagen en weken dat alles wat ook maar naar ons koloniaal verleden zweemde, in naam van de politieke correctheid, besmeurd, beklad en erger nog aan diggelen geklopt werd. Twee foto's van gebrandschilderde ramen, genomen in een Waals kerkje, kreeg ik onder de ogen geschoven. De ramen waren een hulde aan een in WO I gesneuvelde soldaat en een oud koloniaal.
foto's Guido Jan Bral
LEON CHARLES FOULON
Werd op 26 februari 1893 in Saint-Léger (provincie Luxemburg) geboren als zoon van Henri Foulon en Anna Helene Devenyns. Bij het losbranden van de oorlog in 1914 stond Leon als inwoner van Heverlee geregistreerd en studeerde hij geneeskunde aan de Leuvense universiteit. Hij nam dienst als hulpgeneesheer en werd ingeschakeld bij het 7° Linieregiment. In augustus 1916 richtte zijn moeder een smeekbede aan de militaire overheid om haar enig overgebleven kind over te plaatsen naar een veiliger dienst aan het front. De jonge man weigerde echter om zijn regiment in de steek te laten.
Toen hij op 21 juni 1917 in Reninge een gewonde makker bijstond, doorboorden obusscherven zijn lichaam. Men transporteerde hem nog naar 't Abelenhof, de 'poste chirurgical avancée' van Hoogstade maar men stelde om 17u30 vast dat geen enkele hulp nog zou baten. Hij werd bijgezet op de militaire begraafplaats van Hoogstade maar op 13 of 15 maart 1919 werden de stoffelijke resten clandestien opgegraven en overgebracht naar de familiekelder op de begraafplaats van Elsene waar een heus mausoleum hem opwachtte. Een glasraam en twee, grote bronzen platen naar een ontwerp van G. Vandevoorde en uitgevoerd door de 'Fonderie Nationale des Bronzes, anciennement Petermann, St Gilles-Bruxelles' sieren de grafkapel. In 1934 vond zijn moeder in het zelfde graf een laatste rustplaats. In Saint-Léger, de geboorteplaats van Leon, richtte men eveneens een gedenkteken voor hem op.
foto's© An Hernalsteen
LEONARD DEVENYNS
|
foto© An Hernalsteen
|
Zag het levenslicht op 15 oktober 1867 in Arc-Ainières (provincie Henegouwen) Als 19 jarige werd hij ingelijfd bij het 4° Linieregiment. Nadat hij in 1894 tot onderluitenant gepromoveerd was, vertrok hij aan boord van de '
Koningin Wilhelmina' vanuit Rotterdam richting Congo. Zoals bij zovelen voor hem eiste het tropisch klimaat zijn tol. Overdadig zweten, te weinig drinken en oververmoeidheid resulteerden in de aanwezigheid van bloed in de urine (nierstenen?) Begin juni 1897 kwam hij met de '
Albertville' terug naar België en klom op tot de graad van kapitein. Na een herstelperiode werd in april 1898 opnieuw koers gezet naar Congo maar de hematurie bleef hem parten spelen, een maagontsteking verslechterde de toestand alleen maar en dwong hem om in juni 1899 opnieuw naar het thuisfront te reizen. Toch bleef hij actief en van 1900 tot 1904 leidde hij een ontdekkingstocht in het stroomgebied van de Boven-Amazone. Bij de aanvang van WO I meldde hij zich als vrijwilliger bij het 'Congolees Vrijwilligerscorps' en hielp de citadel van Namen verdedigen.
Een succesvolle landbouw- en handelsmissie bracht hem in 1915 naar Canada. De erkentelijke Canadese regering beloonde hem door een groot meer in Québec zijn naam te schenken. Lac Devenyns staat effectief nog altijd op de wereldkaart vermeld. Hij overleed in Brussel op 2 november 1943. Enkele dagen later werd hij bijgezet in het familiegraf.
|
foto© An hernalsteen |
Bronnen
In Flanders Fields Museum: de namenlijst
Biographie Coloniale Belge T. V
Cecilia Vandervelde: Les champs de repos de la région Bruxelloise
Met dank aan Guido Jan Bral voor het gebruik van de foto's
©2020 An Hernalsteen Alle rechten voorbehouden
Reacties
Een reactie posten