GEO VERBANCK DROEFHEID



                                             
                                           GEO VERBANCK

                                                          DROEFHEID (ca. 1917?)

© foto an hernalsteen



Het  beeld, gerealiseerd in verschillende materialen en allerlei afmetingen werd populair nadat Léon Sneyers  gipsen versies ervan gebruikte als blikvanger in het toegangsportaal van de Belgische sectie  tijdens 'L'exposition internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes' van 1925 in Parijs (1). Ook tijdens andere tentoonstellingen trok het de aandacht (2)
(1)

                    (2)                                                                













                                                                                                                                                                                                                                                              
De iconografie van een in diepe smart ondergedompelde figuur leende zich voortreffelijk om als 'pleurant(e)' grafmonumenten op te fleuren.






Op het graf  Desmet (Gentse Westerbegraafplaats) verschijnt het beeldje in een lilliputter-uitvoering. Ingenieur-architect August Desmet (1887-1967), de bekendste telg van deze familie, ontwierp voor de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen verschillende gebouwen. Zijn bekendste realisatie in Gent is het complex van de Veeartsenijschool aan de Coupure. Hij werkte regelmatig samen met Geo Verbanck en deed dan ook een beroep op de beeldhouwer toen het graf van zijn familie een gepaste versiering moest krijgen.

foto© an hernalsteen




Een levensgroot exemplaar siert het graf van de familie Speltinckx (kerkhof Gentbrugge). Het grafteken draagt vooraan op de sokkel 2 signaturen. Steenhouwer Leo Rigelle kapte het grafmonument naar een ontwerp van Robert, de oudste zoon van Geo Verbanck. Was dit voor Robert in 1933, als jonge 22 jarige architect in spé, een vingeroefening?

Een plezant weetje: de familie Speltinckx bezat een fijn buitengoedje aan de Meersemdries in Gentbrugge, momenteel eigendom van de stad Gent die het gebruikt als lokaal dienstencentrum Speltincx. Op het graf staat de naam tweemaal als Speltinckx gespeld. Navraag bij de stadsdiensten leert dat men daar Speltincx hanteert. Maakte een ambtenaar van de Burgerlijke Stand bij één of andere registratie in de bevolkingsregisters ooit een fout? Corrigeerde de familie die blunder op het graf ?
foto © an hernalsteen


dienstencentrum © foto an hernalsteen



OOSTENDE - BEGRAAFPLAATS STUIVERSTRAAT

© foto an hernalsteen

©foto an hernalsteen



De meest imposante toepassing werd aangewend aan de hoofdingang van deze Oostendse begraafplaats. Ongeveer 2,5 meter hoog domineren de beide treurenden de oorspronkelijke toegang.  











Op het einde van de 19de eeuw kwam het Oostendse stadsbestuur tot de vaststelling dat de oude begraafplaats aan de Nieuwpoortsesteenweg binnen de kortste keren door de bevolkingsaangroei de stijgende vraag naar oa keldervergunningen niet meer zou kunnen invullen. Een uitbreiding van de oude begraafplaats was echter onmogelijk. 
Op de gemeenteraadszitting van 22 september 1908 vroeg men de onderhandelingen verder te zetten voor de aankoop van een terrein aan de Stuiverstraat in de buurgemeente Stene. Op deze lap grond, 11 ha 7a groot, die op 13 oktober 1908 werd aangekocht,  moest de nieuwe begraafplaats aangelegd worden.
Kort voor 1914 is de bouw van de eerste omheiningsmuur waarschijnlijk opgestart maar het uitbreken van WO I schortte de werken op.
In het tijdschrift 'De Plate' wordt  de eerste bijzetting pas in 1918 gesitueerd.

"Het was 13 augustus 1918 wanneer de eerste bijzetting plaatsvond op wat toen moest doorgaan als nieuwe begraafplaats. De overledene was George THUYN, geboren op 10 maart 1906, bij z'n overlijden was deze jongen 12 jaar oud. Vòòr de Tweede Wereldoorlog had men het over het 'Thuyntjes kerkhof' wanneer men de begraafplaats aan de Stuiverstraat bedoelde. De jongen welke als eerste begraven was op deze begraafplaats, had de trieste eer tijdelijk zijn naam te geven aan deze site. De begraafplaats aan de Stuiverstraat is gelegen in wat men kan noemen de Historische Polders van Oostende, waarvan de eerste indijking in het begin van de 17de eeuw plaatsvond. Deze streek was oorspronkelijk een krekengebied welke bij hoogtij door de zee werd overspoeld.  Het gebied is doordrongen van opwellend grondwater welke duidelijk zichtbaar en dusdanig ook problematisch de bijzettingen bemoeilijkte en waarop de nabestaanden geschokt reageerden wanneer de lijkkisten verdwenen als duikboten onder water"

Deze problematische wateroverlast sleepte zich in de '20er jaren moeizaam verder, er was zelfs sprake om terug te gaan begraven op de oude begraafplaats aan de Nieuwpoortsesteenweg. Grootse draineringswerken deden het tij keren.
Op de gemeenteraadszitting van 3 juli 1931 keurde men de aanbesteding goed voor de bouw van een nieuwe omheiningsmuur, de inkompaviljoenen en de gietijzeren toegangspoort. 
Waarschijnlijk werden de 2 kolossen van Geo Verbanck ook rond die periode geplaatst of moeten we de aankoop en plaatsing van de beelden meer verschuiven naar 1918. Verder onderzoek van de archieven zal eventueel klaarheid in deze materie brengen.


Fotoverantwoording
(1) G. Clarembaux, Revue de la participation de la Belgique: l'exposition internationale des arts décoratifs et industriels modernes, Paris 1925 © ph. Meurisse
(2)Kunst en Kennis

Bronnen
Anthony Demey: Geo Verbanck beeldhouwer, Gent 1995
De Plate, tijdschrift van de Koninklijke Oostendse heem- en geschiedkundige kring 'De Plate' oktober 2000 - november 2000: auteur Koen Verwaerde

© 2020 An Hernalsteen alle rechten voorbehouden.







Reacties

Populaire posts van deze blog

NECROPOLIS GRIMDE - SLAG BIJ ST.-MARGRIETE-HOUTEM 18 augustus 1914

JULES MAENHAUT VAN LEMBERGE

HET ECHTPAAR EMILE CAUDERLIER EN MARGUERITE ALLARD