GEORGES RODENBACH, DE DICHTER DIE NIET ALLEEN ZIJN HUIS MAAR OOK ZIJN GEDENKPLAAT EN STRAAT KWIJT SPEELDE

(foto Wikipedia)


GEORGES RODENBACH (Tournai/Doornik 1855 -Paris 1898)

                                                          


Op 16 juli 1855 laat de kleine Georges voor de allereerste keer van zich horen. Wanneer hij enkele maanden oud is, nestelt het gezin Rodenbach zich in Gent. Een groot deel van zijn jeugd speelt zich af in de ouderlijke woonst, Frère-Orbanlaan 9, nabij het Klein Begijnhof OLV-ter-Hoyen. In 1948 werd aan de woning een herdenkingsplaat aangebracht naar een ontwerp van Geo Vindevoghel. Zowel het huis als de plaat zijn ondertussen al enkele jaren uit het straatbeeld verdwenen.

Als briljant student slaagt hij cum laude aan het prestigieuze Sint-Barbaracollege, op dat moment een ware broeihaard van het Gentse symbolisme. Met zijn klasgenoot Emile Verhaeren ontstaat een vriendschapsband voor het leven. Na zijn studies in de rechten aan de Gentse universiteit en in Parijs werkt hij niet alleen als pleiter aan de balie maar ook als journalist/schrijver voor "La Flandre liberale" en "La jeune Belgique" Uiteindelijk blijkt de lokroep van de literaire sirenenzang te sterk, hij kiest resoluut voor de literatuur en in 1888 trekt hij definitief naar het zuiden. Hij is de eerste, in het Frans schrijvende Vlaming die met zijn symbolistische werken Parijs verovert.

                                 

titelblad Bruges-la-morte (foto Wikipedia)



Zijn eerste dichtbundel ziet het daglicht in 1877, de internationale doorbraak komt er pas in 1886. In 1887 laat hij in zijn gedicht "Le livre de Jésus" de zoon van God incognito door de Gentse straten dwalen. In 1892 schrijft hij zijn beroemdste werk "Bruges-la-morte" een roman, die eerst in feuilletonvorm in "Le Figaro" verschijnt en daarop door de uitgeverij Flammarion als boek op de markt wordt gebracht. Het werkje werd toen beschouwd als het summum van het symbolisme en werd direct een kassucces. Fernand Khnopff krijgt als gewaardeerd symbolistisch kunstenaar de eer om het titelblad te illustreren.


graf Père Lachaise
(© an hernalsteen)
Charlotte Dubray geschilderd door haar echtgenoot


Zijn gezondheid begint te kwakkelen en een blindedarmontsteking doet hem uiteindelijk op 25 december 1898 de das om. Zijn weduwe Anne-Marie Urbain (1860-1945) en zijn zoon Constantin blijven verslagen achter. Op 28 december celebreert men in de kerk van de H. Franciscus de Sales de dodenmis. Nadien trekt de rouwstoet richting Père Lachaise waar het lichaam wordt bijgezet (division 15) De occultist Catulle Mendès spreekt aan het graf de lijkrede uit. Ook het grafteken, een ontwerp van Charlotte Dubray echtgenote van de schilder Paul-Albert Besnard, verwijst naar het esoterisch gedachtegoed van Joseph-Aimé Péladan, ook bekend als Sâr Joséphin Péladan, oprichter van de "L'ordre de la Rose+Croix"  Het beeldhouwwerk toont ons een vitale Georges Rodenbach die vrij breekt uit het graf, hij verrijst, reikend naar het licht, een roos in de hand en op de sokkel prijkt het tempelierskruis 

eerste ontwerp 
 

In 1899 krijgt George Minne de opdracht van de "Société des Artistes et Ecrivains Français" een herdenkingsmonument voor Georges Rodenbach  te creëren. De eerste, plaasteren versie (nu bewaard in het MSK Gent) kan zijn funerair karakter niet verloochenen en ook de verwijzing naar het titelblad van "Bruges-la-Morte" is uitgesproken aanwezig.
Het definitieve marmeren kunstwerk is noch in zijn geboorteplaats Doornik noch in Brugge welkom. Uiteindelijk zal het een vaste stek vinden op de dries van het oude St-Elisabethbegijnhof, waar het op 19 juli 1903 wordt ingehuldigd. Op de sokkel verduidelijken enkele regels uit het gedicht "Les Femmes en mante" het gevoel dat het werk moet oproepen:

                          "Quelque chose de moi dans les villes du Nord,

                           Quelque chose survit de plus fort que la mort.

                           Quelque chose de moi meurt déjà dans les cloches"




1993, enkele organisaties willen het monument herwaarderen en lanceren een ideeënwedstrijd  voor "een beeld in de stad" Het winnende ontwerp van Klaas van de Sompel wordt op 22 augustus 1997 plechtig onthuld. 
In 2020 is het opnieuw dringend aan restauratie toe. De tekst is praktisch onleesbaar en de platen van de sokkel komen los. Hier en daar heeft een onverlaat al in het marmer gekrast. Jammer, want deze treurende dame is het enige tastbare dat in Gent nog naar Georges Rodenbach verwijst want ondertussen heeft de arme man ook zijn straat moeten afstaan aan Edmond Boonen.
Gelukkig is er nog David Bowie die in 2013 in "Dancing out in space" met zijn zinnetje "Silent as Georges Rodenbach" hulde brengt aan de zwijgende stilte van de Gentse schrijver.

                                      
©An Hernalsteen





Fotoverantwoording:
foto eerste ontwerp: MSK Gent- Lukasweb foto Dominique Provost


©Alle rechten voorbehouden













Reacties

Populaire posts van deze blog

NECROPOLIS GRIMDE - SLAG BIJ ST.-MARGRIETE-HOUTEM 18 augustus 1914

JULES MAENHAUT VAN LEMBERGE

HET ECHTPAAR EMILE CAUDERLIER EN MARGUERITE ALLARD